Stoffigami: tutorial

Wat vooraf ging: een jurk met mooie kousen (waarvoor de kortingscode nog even geldig is, 't is maar dat u het weet) en een staaltje Stoffigami. Dat plooienstukje was een geval van serendipiteit. Een behoorlijk onzuiver geval, want ik heb het vast niet als eerste uitgevonden. Maar dat deert niet: het was er plots, het zag er goed uit en met deze uitleg kunt u het ook! De belichting van onderstaande foto's zorgt voor een zeker mysterie, meteen voor u onthuld als 'fluo stof + ochtendlicht = vreemd effect'. Hier gaan we.

Meet de hoogte en breedte van het patroondeel waarvoor je een stukje Stoffigami wilt gebruiken. In mijn geval was dat: ongeveer de hoogte van het voorpand, en zo'n 8 cm breed.

Knip een strook stof:

- hoogte = (hoogte van je afgewerkte stuk x 3) + 10 cm

- breedte = breedte van je afgewerkte stuk + 1,5 cm

Waarom die hoogte?

In de hoogte heb je drie maal zoveel stof nodig als de afgewerkte hoogte. Om jezelf de ruimte te geven om het stofdeel mooi te positioneren in je kledingstuk, neem je best nog een tiental centimeter meer dan die hoogte-maal-drie. Aan de hals van Livs jurkje zie je bijvoorbeeld hoe ik die overschot heb gebruikt om er voor te zorgen dat de punt van de eerste plooi exact in het midden van de hals ligt en wat daarboven uit steekt niet is geplooid.

Waarom die breedte?

De breedte van de gebruikte stof heeft een effect op het uitzicht van je plooien.  Als je even naar onder scrolt, naar de laatste foto van de uitleg, zie je dat de driehoeken elkaar aan de rechterkant raken. In de jurk zie je dat er nog wat ruimte is tussen de verschillende driehoeken. Dat komt eenvoudigweg omdat ik voor de jurk een bredere strook nam om te vouwen, en er daarna een stuk afknipte aan de rechterkant. Wil je dat ook, dan neem je in de breedte dus meer dan de aangegeven 1,5 cm wanneer je de strook stof knipt.

Trek, op de verkeerde kant van de stof, evenwijdige horizontale strepen op 3 cm van elkaar. (Ik nam 3 cm, als je meer of minder neemt, krijg je fijnere of grotere plooien.)

Begin te vouwen van onderaan naar boven: vouw streep 1 naar streep 3, streep 4 naar streep 6 enzoverder, tot je hele stuk stof is 'opgevouwen'. Speld alles goed vast en strijk plat.

Op het voorbeeld hier heb ik nog ruim wat stof over aan boven en onderkant: dat hangt zoals gezegd dus af van hoe je het gevouwen deel wilt positioneren en bepaal je een beetje zelf. Ook om niet te veel te moeten rekenen is wat extra hoogte handig. Zoals je ziet kwam het niet helemaal uit en heb ik bovenaan een streep te veel, maar omdat ik genoeg extra stof nam, kan dat geen kwaad. Als je heel exact wilt werken, moet je er voor zorgen dat de verhouding tussen het aantal strepen, de afstand tussen de strepen en de hoogte van het patroondeel klopt. Waarbij je alles door drie moet delen want je hebt drie strepen nodig om 1 plooi te maken. Maar dat vind ik allemaal te ingewikkeld dus ik ga voor 'genoeg extra'...

Draai de stof met de goede kant naar boven en doorstik op 1 cm van de linkerrand.

Plooi daarna lapje per lapje om tot de plooi aan de rechterkant helemaal is opengevouwen, en speld vast. Je bekomt zo een patroon van driehoeken. Als je nauwkeurig hebt gevouwen, raakt de punt van elke driehoek net de vorige driehoek.

Strijk alles plat. Doorstik de rechterkant. In dit voorbeeld stikte ik net door de punten van de driehoeken zodat ze in het eindresultaat mooi op elkaar aansluiten. Stik je meer naar links, dan komt er meer afstand tussen de driehoeken, zoals in de jurk.

Knip de naadwaarde aan de rechterkant bij tot 1 cm van het stiksel.

Gebruik het lapje nu om te verwerken in je eindproduct. Stik exact op het stiksel, of nog beter: heel exact ernaast, om er voor te zorgen dat het niet zichtbaar is in je eindresultaat.

En waarom ik nu zo per se voor een fluo voorbeeldlapje koos? Omdat u het hier deskundig verwerkt ziet in iets-anders-dan-een-jurk. Je hebt een partner in naaicrime of je hebt het niet...