zondag 2 juni 2019

Hoop en draden

Bij het starten van dit digitale dagboek - meer dan 10 jaar geleden, slik - schreef ik 'Riet handwerkt voor zover draden al stof zijn geworden'. Er is één en ander veranderd de voorbije tien jaar maar die stelling blijf ik trouw. Ik ben een absolute cheerleader van breilustigen. Maar geef mij twee priemen en ik heb het gevoel dat een hogere macht me op de proef stelt. Een voorbijganger met uitgestoken ogen is een waarschijnlijker resultaat dan een regelmatig gebreide trui.

En toch vond ik een mij passend handwerkgerelateerde bezigheid die ook in je handtas kan. En in de zon. Ik vertelde het al een keertje: borduren blijkt mijn ding. Ik startte met wat gebladerte en servetterijen en ben intussen bij de vogels aanbeland.

Ik analyseerde mijn onderliggende borduurdrijfveren en vond een logische verklaring voor de match:
- het is 'niets met tellen';
- de testjes zijn ook al bruikbaar (nogal een ongeduldige leerling hier);
- ik moet geen handleidingen volgen (ik verzin graag);
- het stilt mijn tekengoesting. Ik schets iets op stof en kies pas gaandeweg kleuren en vlakken, zoals ik een potlood zou kiezen om te schaduwen.

Bovendien vind ik dat dikwijls echt heel mooi. In de combi 'lichte jeans met borduursel' vind ik zo'n gekleurde tekening een upgrade van het kledingstuk. 

Deze intro doet vermoeden dat ik u het borduurwerk van de eeuw ga laten zien. Iets van het level van bijvoorbeeld deze of deze artiesten, want oh ja, in dode Instagramtijd doe ik wel een beperkte vorm van research. Niets is minder waar. Ik ben een zuivere amateur, die eigenlijk altijd hetzelfde doet met een volle en waarschijnlijk te dikke draad, ik moet dringend eens op cursus, maar ik ging eigenlijk zelfs iets anders vertellen. Over 'borduren op het leven'.

Het leuke vind ik namelijk ook dat je verhalen kunt vertellen met je naald. Liv kreeg voor haar zevende verjaardag een mezenkastje. Dat hangt dus al drie jaar aan ons tuinhuis en herbergde dit jaar voor 't eerst een koppel. Het had al wel eens als soortement AirBnB gefungeerd, het was niet de eerste keer dat we activiteit spotten. Maar dit jaar mocht het bordje 'te huur' echt van de voorruit, Mr. en Mrs. vonden er hun stek. Waarna het kastje een soundtrack kreeg, de opening een feed-and-fly zone werd en ik aanzienlijk meer tijd in de tuin begon door te brengen. 

Dus ik kocht een korte jumpsuit voor Zanne, in lichte jeans. (De broedtijd van zo'n mees besliste in mijn plaats dat ik geen tijd had voor naaien. Mezen zijn wijs. Beter een mees dan een olifant in mijn tuin.) En ik borduurde een mees. (Ok. Een vrije interpretatie dan.)


Eerst borduurde ik op het leven. Achter het glas van mijn atelier, met zicht op die ijverige stroom aan voedsel en zorg die de mezencouveuse onaflatend bevoorraadde. In mijn bed. In de auto. 

Tot het voeden plots stopte. Ik zocht wat op. Ik had niet geteld of getimed - ook de vogelhouderij is bij mij geen cijfermatige bezigheid - maar het leek ons niet de klassieke 20 dagen fourage. We lazen onheilspellende berichtgeving over het mislukken van de mezenbroed. Piepjonge slachtoffers van de oorlog tegen de buxusmot: als u sproeit, vergiftigt u hun eerste hapje. Dus dat vertelden we voorzichtig aan de meisjes. Ik borduurde verder in zetel, op de trein, op de vergankelijkheid van het leven. 

Tot de dames na een paar dagen de moed hadden het deksel van het kastje te lichten. Onschuldige mezenmoord verdiende enig onderzoek, lazen we. En wat bleek (enter openbaringsmuziekje): de vogels waren toch gevlogen. Eén eitje lag nog achtergelaten in het groene holletje, voor de rest geen spoor van gesneuvelde jongen.

Liv en Zanne schreven spontane spreekbeurten, met zachte zinnen. "In het kastje vonden we een dikke matras van mos." Ze zochten de diameter op van een gemiddeld ei, vergeleken met de achterblijver. Vroegen zich af of ik niet een pimpel had geborduurd terwijl we een kool hadden gehuisd. Dat het ons niet uitmaakte wie er op onze kleren of in onze nestkastjes woonde, lievekind, en we klonken op al wie mag leven.



Ik vroeg: "Is het jullie opgevallen dat er geen enkel stukje schaal meer in het nest ligt? Waar zijn die schalen heen?"
Zanne bedacht enthousiast: "Ik weet het! Op de hoofdjes!"


Met een beeld van kleine mezencalimero's op mijn netvlies en een glimlach op mijn lippen borduurde ik verder. Bij de kapper. Op het bankje voor de musicalles. Op de trappen van het verkiezingslokaal. Op de hoop.



(Oh trouwens, had jij wél een mislukt nestje in je kast? Lees even dit!

woensdag 1 augustus 2018

WaZand


Een van mijn talenten is het creëren van oplossingen voor problemen die niet bestaan. Ik mag dat stellen. Daar ben ik goed in. Let op: dat is iets totaal anders dan het creëren van problemen die niet bestaan. Want moest ik daar goed in zijn, dan viel ik onder de categorie van de zwartgalligen. De sikkeneurigen. De doemdenkers: zoveel mooie woorden voor zo’n onaardige ingesteldheid.

Neenee, ik zei: ik kan goed oplossingen bedenken. Vandaag presenteer ik u de oplossing voor het onbestaande probleem van het in het zand gevallen washandje. Ik verklaar me nader.

Mijn ouders hadden een campingkar, en als kind vond ik kamperen, in zijn geheel beschouwd, een fijne manier van op vakantie gaan. Een stukje back to basics, een stukje van thuis dat meereist. Een stukje vrijheid (als in: een camping is afgebakend gebied dus je mag al jong in je eentje op pad), en de fietsen reisden mee. Dus het pad naar een volwassen campingleven  was al geplaveid met verzamelde rivierstenen - want natuurlijk water was altijd een plus: fan ben ik nog steeds.

Het is even geleden dat we met de kinderen kampeerden, dus een vriendin gaf me dit jaar de tip om voor de kinderen een apart toiletzakje te voorzien, wegens intussen groot genoeg om zelfstandige expedities richting sanitaire blok te ondernemen. Een aanlokkelijke gedachte. 

En toen herinnerde ik me de momenten waarop een washand veranderde in een waZand.  Noem het een beperking in mijn grove motoriek. Nonchalance. Of zuivere lompigheid. Maar ik was er een held in om snel mijn toiletspullen bij elkaar te grabbelen en dan onderweg mijn – vaak nog licht vochtige – washand in het campingstof te laten tuimelen. 

U ziet, het gaat hier niet over wereldproblemen. Evenmin over zware trauma’s. Ik verzon een oplossing die ongetwijfeld complexer is dan het onbestaande probleem, maar oh, want heb ik lol aan dit soort spielerei. 

Liv en Zanne krijgen, op tocht naar de camping – want er is een kilometeraftelsysteem met kleine aardigheden onderweg – elk een anti-waZand-toiletzakje. 


Een zakje uit toile cirée met een omhulsel in muggengaas, dat bovenaan dicht kan met klittenband, net onder het handvat. 




Plaats voor 1 washand, 1 gastendoekje, en in het midden een zakje ruim genoeg voor alle essentials op maat van de beautyrituelen van een negenjarige. (Wassen en tanden poetsen, that is.) Lichte vochtigheid is geen enkel probleem, want het systeem is, zoals u ziet, luchtig en ademend. Er kan vlotjes over de camping worden geflaneerd met desnoods nog de broodbestelling in de vrije hand.






Ze kwamen gisteren thuis van Chirokamp, de twee dames in kwestie. Ik kreeg de dikste knuffels van de wereld, zij drie douches om het kampstof van zonnige lijven te weken. Ik stikte de zakjes in elkaar met een laatavondglimlach, nadat ik hen had horen ratelen en te dromen had gelegd. 'Vettige spelen’ stond bij allebei in de verhalen-top-3. De eerste zwarte zandwas draaide in de wasmachine, synchroon met de klos op mijn naaimachine: iets in me zegt dat de zakjes in minder Pinterest-proove-vorm over de camping zullen voyageren.

Zo bijvoorbeeld. Bij voorkeur vol aarde.


En dat is dan geen probleem. Want het probleem, dat was zo al onbestaande. :-)

dinsdag 31 juli 2018

Zanne & De Feesten

De zon klimt alweer wat hoger dan in mei, toen we door het bos huppelden in het lentelicht, om te vieren dat Zanne groeit. En dat soort gelegenheden verdienen hun plaats op dit digidagboek.


Zannes lentefeest werd, net als dat van Liv, een memorabele dag in de gezinsgeschiedenis. Een dakje van lei op een huis van geluk. Alsof er op de uitnodiging stond: "meebrengen: goed weer en je goed humeur." In werkelijkheid stond er op de uitnodiging een jungle en een panterkind. Een samenwerkende vennootschap tussen moeder en dochter (met moeder in de louter order-uitvoerende rol.)


Ze vertrok van het idee 'ik wil graag een taart met daarop een kindje dat een panter aait'. Werkelijk geen enkel idee hoe ze daarbij kwam, maar de jungle-lijn werd doorgetrokken en was een makkelijk uitvoerbaar thema. Iets met overuren van een Cameo en honderden papieren bladeren, groene slingers en kleurrijke papegaaien, want de bron aan strijkparelgeduld van de zus was onuitputtelijk.


De gasten gingen op expeditie in het speelbos en hielpen Zanne op pad in kleine opdrachten.


Zelf vond ik het mooiste resultaat het antwoord op deze vraag:

Met grappigheden als de neef die 'goeie punten' tot de onmogelijkheden rekent. En zijn respectievelijke vader 'brave kindjes'. Maar lezen wat de grote droom is van je eigen ouders doet je ook wel wat. Zanne las haar verzameling ruggensteuntjes bij het slapengaan, en vatte het helemaal.

Kledinggewijs stond haar besluit al erg lang vast. "Een hemdjurk met stof van bij Lotte." Luttele maanden na die wens bracht Straight Grain Ume uit en Lotte die heerlijke Tencels met bijpassende accentstofjes. Laat ons zeggen dat er voor stof- en patroonkeuze niet veel moodboards nodig waren dit jaar. 

Ik naaide een jurk uit effen Tencel Dusk en gebruikte 2 lapjes Eye Candy voor de accenten. Eentje zou eigenlijk al voor effect hebben gezorgd, maar het ging nu eenmaal om een feestjurk. Dus ik stopte accentjes in de kraag, de rugpas, de lusjes aan de mouwen, in het knopenpad en het borstzakje. En die vrolijke hoekjes aan de slippen van de jurk.





De 'volgende volger' weet dat ik Tencelgewijs bij de bron zit, als sidekick van de designer herself, en dus een #reclame zou horen te plaatsen. Maar u zult me toch moeten geloven: die stof verwerkt zonder moeite, draagt als zijde, en oogst complimenten als ik muggenbeten in de zomer. Zanne is boos dat de voorbije maanden te heet waren voor mouwen, en zo blij dat de patroonkeuze maakt dat de - inmiddels erg korte- jurk ook skinnycombineerbaar is. 

Op het feest droeg ze hem met handgeprinte kniekousen.



En later zonder kousen. En nog later ook zonder schoenen. Die zeer thematisch correcte schoenen - Hippe Schoentjes, as ever - dienden trouwens op die dag, de dag na die dag, en daarna nooit meer. Ze staan intussen op 2dehands. Die zomer, weet u...


'Voor de kou' - die niet kwam die dag - bestelde Zanne een bomber met veranderpailletten. Zoals haar zus, ze wachtte al een jaar op haar exemplaar. Ik tekende er eentje met raglanmouwen en stikte hem uit soepel koper nepleder. Ook dit jaar bleef het jasje het grootste deel van de tijd aan de kapstok, maar ze draagt hem nu wel als najaarsjas.




Ik bestelde wederom een - wederom heerlijke - taart bij Vanille Charlotte en had even een bankschroef nodig om mijn mond terug dicht te krijgen, toen het resultaat arriveerde. Zannes taartverzoek werd een jungle-panter-EyeCandy taart. Oeverloos veel respect, en smaakpapilverwennerij. 


Een dag met een hartje, het doet plezier hem nog eens te doorbladeren. Dan is 'bedankkaartje' een woord op zijn plaats:





donderdag 11 januari 2018

Van 7 tot 77 jaar: een kamer voor Zanne

De dag dat ik stop met naaipatronen tekenen, word ik professioneel Ikea-hacker. (Bij wijze van voorbeeld, uiteraard. Want kringwinkelhacken is misschien nog leuker.) Maar 'iets persoonlijks maken van iets dat al bestaat en makkelijk toegankelijk is', vind ik in elk geval een leuke uitdaging. Soms mondt dat uit in projecten met een slechts beperkt potentieel wat betreft algemeen gebruik. Een olifant uithollen is misschien niet zo bruikbaar hackadvies voor klanten van mijn nieuwe zaak. Maar ik mag hier met trots vertellen dat het langgerekte verhaal 'kinderkamers' nu als volledig afgerond mag worden beschouwd, en daarin hackte ik me op algemeen overdraagbare wijze doorheen het drie-en-een-half-jaar durende proces. (Ok. Dat laatste was ook geen reclame. Maar eerlijk duurt het langst.)

Ik toon je de kamers in omgekeerde voltooiingsvolgorde. Livs plekje werd eerst afgerond. Quasi meteen na oplevering werd ze, zonder al te veel inspraak maar met open armen, Airbnb-host en gaf ze Zanne meer dan een jaar onderdak, terwijl wij kamer twee aanpakten. En die is nu klaar.


Mijn enige grote frustratie in het hele project zijn de beperkte capaciteiten van mijn fotografisch materiaal. (Noot: mijn lieve wederhelft, waarvoor veel van mijn plannen 'orders' werden, kan u vast nog andere frustraties noemen, maar is ook blij met het resultaat.) Zannes kamer is erg klein en ligt op de noordkant. Geen van mijn lenzen bleek de juiste hoek en het juiste licht te kunnen vatten, ondanks circuswaardige acrobatie in alle uithoeken van de ruimte. Ik kan dus niet veel geheel tonen. Maar neem van mij aan dat het samenhangt.

Bedoeling was om een kamer in te richten die het, als dat echt nodig zou zijn, zou trekken tot de dames het huis verlaten. Laat ons realistisch blijven: ingerichte babykamers zijn er nooit van gekomen. Het duurde tot Livs achtste tot de meisjes een plek kregen die de naam 'kamer' mocht ruilen met 'opslagplaats met ergens ook nog een bed'. De kans dat ze op hun zestiende nog steeds in deze 'toestand' te vinden zullen zijn is dus groot, en dat sluit toch al enige leeftijdsadequate inrichting uit. Geen vrolijk kinderbehang of meubels in primaire kleuren dus, maar grote vlakken in een wat stoerder pallet en voor de meubels wit en hout. 

With a touch of Ikea dus. Deze 'lampion tussen de bomen' bestaat bijvoorbeeld uit bijgewerkte plankdragers


Die zie je wel vaker in combinatie met hanglampen, maar ik wilde graag een beetje meer 'boomgevoel'. Je weet nooit welk rustgevend effect dat heeft op mijn kleine wervelwind. Dus de dragers zaagde ik schuin af.


In de accessoires mocht het natuurlijk wel helemaal kinderkamer worden: Zanne is tenslotte zeven. (Al zet ze daar zelf graag een 1 voor.) De boom shines his light on een vrolijk knuffelkonijnkussen, handgemaakt door moederlief, met een patroon uit My handmade world van Jo handmade design. Ik had de eer een rol te spelen in de ontwikkeling van dat boek, en ik ben grote fan van de ontwerpen en de precisie waarmee ze zijn uitgelegd. 



Het konijn zit aan het voeteinde van Zannes bed, ook wel 'de dagkant'. Aan haar hoofdeinde is 'de nachtkant', waar ze haar ogen sluit onder een zwarte hemel en onder een wandklok die - al zie je dat niet op de foto - eruitziet als de maan en heel zachtjes oplicht als het volledig donker is.


De wolkenkapstokjes hangen aan schuin afgezaagde blokken uit de blokkendoos, en dienen voor postkaarten en tekeningen. (Of later voor het combineren van outfits, we spreken over Zanne, niet te vergeten.)



Aan de overkant van de kamer staat haar bureau. Klaar voor het ontwikkelen van een verlichte geest. (Of, als ze op haar moeder lijkt: klaar om vol krassen en penvlekken te staan. Stiekem ook wel klaar voor een vuurvlek door het clandestien afbranden van de randen van handgeschreven brieven tijdens zogezegde studie-uren.)


De legger boven het bureau rust op niet-afgezaagde Ikeahaken en kreeg op Zannes vraag wat groene invulling.


Vlinders en goud, dat had ze ook gevraagd! Met de tijdloosheid in gedachten hielden we dat vrij klein en 'accessoiriaal'. Ik verzamelde een tijdlang alle kleine gouden potjes en bekers in de kringwinkel, en vulde aan met de huidige markttendensen.



De kleuren kunnen hopelijk wat mee in de tijd, maar zijn ook behoorlijk 'nu'. Dat had als voordeel dat het niet moeilijk was om met piepkleine dingen wat kind in de kamer te brengen. Leuke postkaartjes van Dille en Kamille bijvoorbeeld.





Het ladekastje op Zannes bureau is een nostalgische Ikea-hack. Ik kreeg het zelf van mijn meter toen ik ongeveer even oud was als Zanne nu, tijdens een logeerpartijtje naar het 'verre' Antwerpen. We schuurden de vlakken en ik verfde het met restjes van de muurverf.


Op de voorkant kleefde ik een vlinder met daar overheen een laagje goud nepleder.



Dat het een traag proces was, was niet alleen te wijten aan ons eigen verbouwtempo. Het duurde ook even eer ik de ruimte-cliché's van me kon afwerpen. 'Een kleine kamer op het noorden, dan zet je het bureau aan het raam en win je ruimte door er een hoogslaper van te maken', zat heel lang in mijn hoofd. Bij Liv werkte het hoogslaperplan prima, maar zo'n bed vulde bij uittekenen in Zannes kamer zoveel ruimte. Hij kon, omwille van raam en deur, ook alleen in lengterichting in de kamer.

Tot ik plots in wielmodus geraakte - verplaatsbaarheid is altijd een plus - en de puzzelstukken op hun plaats rolden. Het bed werd een zalige zithoek aan het raam, dwars door de hele ruimte. Ik kreeg het niet in zijn geheel op de foto, maar het trekt de ruimte open in de breedte. De omkasting maakte mijn man met - oh ja - meubelplaten uit Ikea. De frontplaat in multiplex lieten we op maat zagen bij de schrijnwerker.


Studeren met daglicht op je werkvlak vond ik een must, want ik zit zelf niet graag met mijn rug naar het raam. Maar dat loste ik anders op: het bureau in de hoek staat op wielen en past bij verplaatsen mooi in het kleurvlak aan het voeteinde van het bed. Daar zitten - want techniek en vorm gaan samen - ook stopcontacten voor de moderne student.



Bij wegrollen blijft dit over aan de overkant. Als je 's avonds die lamp aansteekt, lopen de lijnen van de bovenste groene driehoek door in de schaduw van de legplank, en krijg je een heel grappig ruitenspel.


Gebrek aan bergruimte zegt u? Daar bedachten we gelukkig iets op nog voor er zaad en eieren tegen elkaar waren gebotst tot dochters in wording. Verbouwen betekent rekening houden met de ruimtes die er zijn. Als je niet de mogelijkheid hebt om alle binnenmuren te slopen, moet je soms door die muren heen denken. Zannes kamer is de laatste die je tegenkomt op je wandelweg naar boven. Rechts voor haar kamerdeur eindigde de gang in een 'doodlopend straatje' voor je de zijmuur botste. 
Dat straatje vulden we met een diepe dubbele kast, rechts op deze foto.


Eigenlijk zijn het twee kasten met leggers die dwars in de ruimte geschoven zijn en op wielen staan. Vanuit Zannes kamer kan je die dus opentrekken zodat ze vanuit het deurgat aan haar kleren en spullen kan. Goed voor een garderobe en een arsenaal aan studieboeken dat haar hotel-mama-en-papa-leven ruim overstijgt.


Wat ze er zelf van vond? Ze vond 'OMG'. 

Dat kwam vooral omdat ze al een jaar niet meer op haar kamer was geweest, want we deden van make-over zoals op TV. Zo lang de kamer niet af was, mocht zij er niet binnen. Een oefening in geduld maar met heerlijk resultaat: ze werd geblinddoekt, Liv had de telefoon filmgewijs in de aanslag en ze mocht rondkijken toen haar ogen waren gewend aan het licht. 

Oh my god, zei ze. Vervolgens gleden haar ogen als een ekster van detail naar detail, met focus op het goud. "Ik wist niet dat jullie dat allemaal gingen doen, want alles past bij elkaar!" zei ze. Grote glimlach hier. "Het is fout om Pinterestperfectness na te streven," lees je in veel mindfulnesshandleidingen. Voor dwangmatig behouden van woonboekjesuitzicht ben ik akkoord, maar voor even kon ik er oprecht van genieten. Een week lang liet Zanne alles in oorspronkelijke staat, omdat ik nog foto's mocht nemen. Sindsdien hangt K3 zusterlijk naast de mooie postkaartjes. En werd haar bed onze vaste voorleesstek.